Fragmenten van mijn tekst uit de dialoog op Mindz.com van Toine Fennis en Georges Platt over Geldsystemen
Wat is Geld
Geld is alles wat algemeen aanvaard is als ruilmiddel. Geld is ongedifferentieerde koopkracht hetgeen betekent dat geld niet aan bepaalde goederen is gebonden, maar altijd wordt aanvaard.
De functies van geld zijn: ruilmiddel, rekeneenheid en oppotmiddel. De eerste twee noemt men de oorspronkelijke functies, de derde de afgeleide functie.De ruilmiddelfunctie maakt de indirecte ruil mogelijk, waardoor vergaande arbeidsverdeling (= specialisatie) mogelijk is geworden, met als gevolg een grote toename van de arbeidsproductiviteit. Geld als rekeneenheid maakt het vergelijken van verschillende prestaties mogelijk, en de oppotfunctie geeft de mogelijkheid tot het uitstellen van de consumptie (= sparen).
Er zijn een aantal specifieke bezwaren aan ons huidige financiële systeem die zichtbaar worden als je er een meta-analyse op los laat.
De Economy Transformers community heeft zes dimensies van Economische verandering onderscheiden:
1. Ik ben—passie, Hoe ben je bezig?
2. Dialoog—uitstraling/aantrekking, Wat laat je zien?
3. Eigendom—wie is eigenaar/verantwoordelijkheid, Hoe ga je met vermogen om?
4. Organiseren—manier van samenwerken, Hoe verbind je je aan elkaar?
5. Waarde bepaling — samenwerken /prijsvorming, Hoe komen prestaties tot waarde?
6. Aarde—dood en leven/cyclisch denken, Hoe ga je om met het milieu?
Vanuit deze zes dimensies zijn de volgende problemen en bezwaren van ons huidige systeem benoemd:
(Samengevat uit: Een verkenning van ons geldsysteem)
Aarde
– De geldeconomie is losgekoppeld geraakt van de reële economie.
– Ons geld functioneert lineair in plaats van cyclisch.
– Geld en bankieren zijn monoculturen geworden.
Ons systeem van Waardebepaling kent een aantal fundamentele problemen:
– We kunnen niet alles goed in geld uitdrukken, maar beslissen wel op basis van geld.
– We hebben weinig zicht op de gevolgen van onze geldkeuzes.
– De prijs die wordt betaald voor toegevoegde waarde wordt vaak bepaald door onderhandelingsposities.
Eigendom
– Rente op geld ondermijnt de duurzaamheid van onze samenleving.
– Onbeperkt eigendom van geld geeft macht die de hele maatschappij beïnvloedt.
Organisatievorm van het geldsysteem
– Banken zijn gaan functioneren in dienst van aandeelhouders in plaats van het maatschappelijk belang.
– Toezichthouders zijn er niet in geslaagd om de maatschappelijke taak van banken weer centraal te stellen.
Dialoog (en de perceptie van geld)
– Het gros van de samenleving begrijpt niet goed hoe geld werkt.
– De economische wetenschap ziet geld als iets ‘neutraals’; geld is niet neutraal.
– We meten het succes van onze samenleving op basis van economische groei.
– We geloven dat concurrentie de beste prijs oplevert.
Ik ben (identiteit en intentie)
– Geld speelt een grote rol bij het bepalen van onze identiteit.
– We zijn ons niet ervan bewust dat onze geldkeuzes de economie beïnvloeden.
– We gebruiken ons talent voor werk dat niet de meeste waarde oplevert.
Als we een nieuw systeem opzetten zouden deze dimensies dus eerst verkend moeten worden.
De (huidige) complementaire geldsystemen kunnen grofweg worden verdeeld in zes categorieën:
a. Zegelgeld – Dit is een noodgeldsysteem uit de jaren ‘30 gebaseerd op het gedachtegoed van Silvio Gesell (zie kader: Het Wondereiland Barataria). Het geld wordt minder waard
als het niet snel genoeg wordt uitgegeven. Dit voorkomt het oppotten van geld en stimuleert investeringen in duurzame goederen.
b. Local Exchange Trading Systems (LETS) – LETS is een sociaal ‘mutual credit’ (wederzijds krediet) systeem georganiseerd door vrijwilligers en zonder winstoogmerk. Het is bedoeld om de lokale economie te versterken en richt zich op mensen die anders worden buitengesloten van het geldsysteem, zoals ouderen en gehandicapten. De eenheden worden gecreëerd door de leden zelf.
c. Tijdbanken – Tijdbanken zijn met name gericht op het bevorderen van sociale cohesie door onbetaald (vrijwilligers)werk om te zetten in een waardevol goed. Door vrijwilligers
tijdpunten te geven, bijvoorbeeld voor elk uur mantelzorg dat ze verlenen, kan het sociale kapitaal binnen een gemeenschap worden vergroot. Dit biedt mogelijkheden voor
werklozen en gepensioneerden. Door de vergrijzing zijn tijdbanken met name in Japan al populair in de zorgsector, maar ook Nederland is hiermee bezig.
d. Barters/trade exchanges – De moderne Barters zijn een privaat initiatief om bedrijven te versterken zonder hulp van de overheid. Het zijn online handelsplatformen of boekhoudsystemen met winstoogmerk, waarbij gehandeld wordt in Business-to-Business ‘trade credits’. Deze zijn vrij van rente, maar hiervoor worden wel transactiekosten in rekening gebracht. Commerciële Barters (zoals de WIR in Zwitserland) richten zich op het MKB en functioneren op regionaal niveau, zodat geld niet ‘weglekt’. Corporate Barters zijn gericht op grote bedrijven.
e. Regiogeld – Geld dat alleen binnen de regio kan worden gebruikt, zoals de Brixton pound in het Verenigd Koninkrijk, zorgt ervoor dat lokale economieën (met name krimpgebieden of ontwikkelingsregio’s) beter worden bediend en dat geld niet weglekt. Het speciale regiogeld kan tegen betaling weer worden ingewisseld voor conventioneel geld.
f. Commercial Credit Circuits (C3) – Dit is een Business-to-Business complementaire munt, bedoeld om de liquiditeitspositie van het MKB te vergroten. Er wordt een lokaal online platform gecreëerd waarop MKB’ers kunnen handelen zonder eerst te hoeven wachten op hun geld.
Het eerdergenoemd PDF document Een verkenning van ONS GELDSYSTEEM – Problemen en mogelijke oplossingen. kan wellicht als basis dienen voor ons verkennend onderzoek en dialoog.
De Gids voor een gemeenschapsmunt (vertaling van Community Currency Guide van Bernard Lietaer en Gwendolyn Hallsmith) bied een framewerk voor een zelf op te zetten munt.
Als je energie vervangt door geld en lichaam door het financieel systeem zie je dat de overeenkomsten bijzonder zijn. Myss gebruikt trouwens meer financiële metaforen in haar werk: trauma’s en (psychologische) wonden worden volgens haar vaak ingezet als straat-geld (street currency) omdat daar aandacht en vaak extra zorg tegenover staat.
Het hele Minuto systeem wordt kort uitgelegd in een half uur, waarna je het zelf kunt dupliceren. Als je niet de tijd hebt om alles te bekijken bekijk dan in ieder geval naar het stukje van John Croft (vanaf 21.20)Het grootste manco van veel complementaire geld-systemen is dat ze geen complete productie en economische levenscyclus bestrijken, waardoor scheefgroei in het systeem komt wat ergens gecorrigeerd moet worden. Dat kan aan de kant van de overheid door betaling / belasting in alternatieve munt te accepteren, door terugruilgarantie, of door een gesloten (semi)autarkische eenheid. De matchmaker-functie lijkt bij Barter, LETS en Timebanks de grootste beperking. Het feit dat een aantal complementaire initiatieven uit het verleden vooral gedraaid hebben dankzij gesubsidieerde krachten die zichzelf niet konden terugverdienen heeft het ondernemerschap en daarmee de vitaliteit / zelfredzaamheid van deze systemen en de affiniteit van ondernemers met dergelijke systemen volgens mij geen goed gedaan.
Kosten
Een in het algemeen wat onderbelicht aspect van geld & banksystemen zijn de kosten ervan. Dan heb ik het hier dus niet over de sociale, maatschappelijke, culturele of ecologische kosten (en opbrengsten) maar alleen de economische kosten: de hoogte van de (eventuele) marge of fee op transacties en/of de kosten van lidmaatschap, gebruik, terugwisselopslag / boete, negatieve rente, bemiddelingsfee, etc. Wat kost een zgn. slapend lidmaatschap voor incidentele handel (1 of 2 transacties per jaar)? 10, 25, 50
Kun je dit aangeven voor Floatnet of hangt dat van de afzonderlijke valuata af?
Metageld (tussengeld)
In je uiteenzetting zeg je dat niemand iets kan doen aan de schaarste terwijl er toch al diverse regiogeld en bartersystemen draaien. Volgens mij is het faillissement een noodzakelijk vereffeningsmechanisme om onevenredige waardecreatie of schuld en disbalans binnen het financiële systeem te voorkomen aangezien het gehele vermogen wordt verdeeld over de schuldeisers.
Een stabiel (betrouwbaar) regionaal geld-alternatief is een waarde-valuta die door grondstoffen, goederen of productiemiddelen wordt gedekt. Het is dan een directe vorm van community-gewaardeerd schuldpapier zoals de eerdergenoemde Minuto. De waarde ontstaat pas bij het handelen. Fractioneel eigenaarschap en crowdfunding(waaronder shared funding in natura) zouden investeringen mogelijk kunnen maken.
Grondstoffen en halffabrikaten kunnen ook dienen als ruilmiddel in de vorm van verhandelbaar waardepapier.
Volgens mij is er niet zoveel nodig om een Microfinance-marktplaats & crowdfunded bank (naar het voorbeeld vanKiva) op te zetten. Als je er een marktplaats + veilingmodule voorzet waar je producten en diensten omzet naar de nieuwe valuta heb je een bruikbaar (rentevrij) waardesysteem.
De uitgifte en verhandeling van (toekomstige) opbrengst-vouchers (Met waarde bijv. een appel, ei, melk, meel, taart, geplakte band, 30 minuten werk, o.i.d.) kan in mijn ogen geforceerde euro-schaarste, zeker op lokaal en regionaal niveau, prima overbruggen.
Omdat belastingen een door wet gedekte vordering zijn wat normaliter in Euro’s voldaan dient te worden, maar gemeenten ook belang hebben bij sociale cohesie en de praktische uitvoering van bepaalde diensten m.b.t. openbare en publieke ruimten, zou een gemeente het hiervoor beschikbare budget in de vorm van regiogeld beschikbaar kunnen stellen en regionaal direct of indirect als belastingbetaling kunnen accepteren.
Mijn voorkeur heeft een circulair alternatief of complementair geldsysteem waarbij grondstoffen, producten, arbeid (diensten), handel en (lokale) belastingen deel uitmaken.
Nog even een aanvulling op jouw wegen-metafoor: Bewustwording en her-ijking van de grenzen van een systeem of infrastructuur hoort voor mij bij een verantwoord groei- en transformatieproces. De hoeveelheid gelijktijdige auto’s (stond voor valuta) op een snelweg (mogelijke zakelijke transacties) bepalen niet de files en congestie (jouw perceptie van schaarste). De files en gebruiksbeperkingen worden met name veroorzaakt bij bekende knooppunten (marktplaatsen) die blijkbaar met (te?) strikte regels, centrale regie en gedwongen winkelnering (van verplicht gebruik van bepaalde valuta) worden bedreigd.
Mijn punt blijft dat de aandacht vooral naar optimale matchmaking en waardeuitwisseling uit zou moeten gaan, zoveel mogelijk aansluitend bij aanwezig potentieel en (reeds beschikbaar) kapitaal. Onhoudbare schuld (waarbij de theoretische maximale aflossing sowiezo meer dan 7 jaren duurt, (sommigen zeggen 10 jaar overeenstemmend met de maximale terugverdientijd van investeringen) moet te allen tijde vermeden worden. Doordat je de houdbare grenzen van het geldsysteem herkent en hopelijk handhaaft, zou je met complementair regiogeld wat mij betreft dus vooral op marktplaatsen met meerdere valuta moeten aansturen.
*** knip / knip ***
Er zijn binnen ons maatschappelijk ecosysteem zeker wel mogelijkheden om met behulp van alternatieve & complementaire geldsystemen ‘het roer om te gooien’. Mijn uitgangspunt blijft dat de marktplaatsen de arena’s zijn waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten en transacties ontstaan, minstens zo belangrijk zijn als een circulaire, regionale munt of andere uitwisselingsbevorderende interacties.
Mijn persoonlijke overtuiging is dat het benodigd potentieel en kapitaal reeds in het systeem aanwezig is, en dat dit op een handige en slimme manier via complementaire systemen onsloten kan worden. Complementaire geldsystemen hebben alle hun eigen sterke en zwakkere punten als het gaat om individuele transacties.
Schaarste in één gebied los je het eenvoudigst op door compensatie (via conversie of transformatie) van overvloed uit een ander gebied. Veel werkloosheid betekent relatief veel beschikbare arbeidstijd, veel gescheiden afvalstromen betekent (C2C) hernieuwbare grondstof en handel daarin. De wegen die je kiest (soorten transacties) reflecteren de keuzes van de ondernemingen die producten en diensten leveren en de gebruikers / afnemers ervan. Ecologische waarden (mvo & duurzaamheid) zullen bijvoorbeeld volgens trendrapportages direct of indirect een factor zijn bij het handelen binnen het grote maatschappelijke ecosysteem niet zozeer uit ethisch besef, maar vooral omdat het lonend is.
Die 5% dekking is ook het verplichte eigen vermogen van een bank, komt een bank daaronder is er direct of indirect sprake van schaarste.
Als de banken het normale irrigatiesysteem zijn wat volgens jou bijna is opgedroogd (of stuk) , zou het sociale kapitaal een regenton of waterput zijn, en het complementaire systemen (waaronder ook vrijwilligerswerk) zijn dan een gieter, mest, gft-compost, een vijver, of een eigen tuinslang (distributiekanaal) waarmee water (vocht) en voedingsmiddelen in het systeem gebracht worden.
De wenselijkheid en transparantie van de tegenwaarde is belangrijk, ik zou me kunnen voorstellen dat men bij initiële vragen over betrouwbaarheid of systeem-twijfel (bijvoorbeeld of het grote investeringsprojecten aankan), een zekere borg of garantiestelling verlangt.
Ik zie wel het nut van een actieve buffer als een pensioenvoorziening (de huidige functie in ons ecosysteem); het is (metaforisch) als een grote watertank die regenwater opvangt en geleidelijk weer uitgeeft. Voor de weerbaarheid in de toekomst zou een put of irrigatiesysteem wellicht kunnen helpen. Als dit gebeurt dan zou dit kunnen betekenen dat pensioenfondsen een alternatieve bankfunctie gaan vervullen voor infrastructurele investeringen die de deelnemers / doelgroepen van deze pensioenfondsen in de toekomst nodig hebben. Een zorgruil of ruiltijd zorgsysteem zou een passende investering kunnen zijn. Het niet-commerciële systeem van wehelpen.nl wat nu op basis van vrijwilligheid punten spaart is zou hiervoor best gebruikt of aangepast kunnen worden.
Be the first to comment on "Ideeën over geldsystemen"